Kabinetsformatie 2006-2007
Op basis van de uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen lag een coalitie van CDA en PvdA voor de hand. Deze partijen moesten echter wel een derde partij zoeken omdat ze samen maar 74 zetels hadden. Nadat coalities van CDA en PvdA met SP of GroenLinks niet mogelijk waren gebleken, kwam onder leiding van informateur Wijffels een coalitie van CDA, PvdA en ChristenUnie tot stand.
Het nieuwe kabinet-Balkenende IV trad op 22 februari 2007 aan na een relatief vlotte formatie van 89 dagen.
Inhoudsopgave van deze pagina:
datum |
wat |
wie |
tot en met |
dagen |
---|---|---|---|---|
22 november 2006 |
||||
25 november 2006 |
Benoeming informateur |
19 december 2006 |
25 |
|
20 december 2006 |
Benoeming informateur |
8 februari 2007 |
51 |
|
6 februari 2007 |
Coalitieakkoord 'Samen werken, samen leven' |
|||
7 februari 2007 |
||||
9 februari 2007 |
Benoeming formateur |
21 februari 2007 |
13 |
|
22 februari 2007 |
Beëdiging nieuwe bewindslieden; kabinet missionair |
|||
Totale duur formatie |
89 |
Verkiezingsuitslag
Na de Tweede Kamerverkiezingen leken het CDA en de PvdA op elkaar aangewezen, maar zij moesten wel een derde partij zoeken omdat ze samen maar 74 zetels hadden. Bij die verkiezingen behaalde het CDA 41 zetels (verlies drie zetels) en de PvdA 33 (verlies negen). De VVD kampte met interne spanningen na de strijd om het lijsttrekkerschap tussen Mark Rutte en Rita Verdonk. De VVD verloor zes zetels en kwam uit op 22 zetels. CDA en VVD hadden samen slechts 63 zetels. Oud-VVD-dissident Geert Wilders kwam met de door hem gevormde PVV/Lijst Wilders met negen zetels in de Tweede Kamer. Door de winst van negen zetels werd de SP met 25 zetels de derde partij in grootte. De SP leek daarmee een serieuze coalitiekandidaat.
Voormalige regeringspartij D66 werd gehalveerd en hield nog slechts drie zetels over. GroenLinks verloor één zetel. De in Lijst Vijf Fortuyn herdoopte LPF verdween uit de Kamer. De ChristenUnie verdubbelde daarentegen zijn zeteltal en kwam op zes. Ook die partij kwam in beeld als coalitiekandidaat.
Informatie-Hoekstra
Op 25 november benoemde de koningin staatsraad en oud-topambtenaar Rein Jan Hoekstra tot informateur. Hij moest 'op korte termijn onderzoeken welke mogelijkheden op basis van de verkiezingsuitslag aanwezig zijn voor de vorming van een kabinet dat mag rekenen op een vruchtbare samenleving met de Staten-Generaal.'
Op 28 november begon hij met zijn eerste gesprekken, waarbij PvdA-leider Wouter Bos en SP-leider Jan Marijnissen een voorkeur uitspraken voor een kabinet met CDA, PvdA en SP. Op 12 december bleek dat een kabinet met deze drie partijen niet mogelijk was. Hoekstra meldde dat tussen CDA en SP inhoudelijk te grote verschillen bestonden.
De informateur stuurde vervolgens aan op een coalitie van CDA, PvdA en GroenLinks, maar ook deze poging mislukte. GroenLinks-leider Femke Halsema zag haar partij een bijrol spelen in een coalitie met CDA en PvdA. Ook wilde zij geen coalitie met alleen partijen die hadden verloren. De ChristenUnie was wel in voor regeringsdeelname.
Informatie-Wijffels
Op 20 december werd op voorstel van informateur Hoekstra de CDA'er Herman Wijffels benoemd tot nieuwe informateur. Hij stuurde aan op een coalitie van CDA, PvdA en ChristenUnie. Hierbij was het vooral van belang dat het CDA en de PvdA zich bereid vonden om, na de moeizame formatie van 2003, opnieuw informerende gesprekken te houden. De formatiebesprekingen vonden buiten Den Haag plaats, namelijk in het Hotel Lauswolt in het Friese Beetsterzwaag.
Op 5 februari kwamen de onderhandelaars van CDA, PvdA en ChristenUnie en hun secondanten (Maxime Verhagen - CDA, Jacques Tichelaar - PvdA en Arie Slob -ChristenUnie) onder leiding van Wijffels tot een concept-regeerakkoord ('Samen werken, samen leven'). Opvallend was het ontbreken van grote hervormingsplannen en de belofte om meer te investeren, onder meer in duurzaamheid en milieu.
Een dag later stemden de fracties in met het ontwerp-programma.
Formatie-Balkenende
Balkenende werd op 9 februari wederom formateur. Bij het samenstellen van de kabinetsploeg kwamen er bij de PvdA vier 'buitenstaanders', de hoogleraren Ronald Plasterk en Jacqueline Cramer, oud-vakbondsbestuurder Ella Vogelaar en de Nijmeegse burgemeester Guusje ter Horst. Bos zelf was bereid, anders dan hij aanvankelijk had verklaard, onder Balkenende vicepremier te worden. Hij werd tevens minister van Financiën. Ook bij de ChristenUnie ging de politiek leider over naar het kabinet. André Rouvoet werd vicepremier en minister voor Jeugd en Gezin.
Bij het CDA zag fractievoorzitter Maxime Verhagen zijn wens in vervulling gaan om minister van Buitenlandse Zaken te worden. Donner keerde terug als minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Maria van der Hoeven verruilde Onderwijs voor Economische Zaken. Partijideoloog en senator Ab Klink werd minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Het zoeken van bewindslieden leverde betrekkelijk weinig problemen op. Onder de staatssecretarissen waren diverse (oud-)Kamerleden, zoals Ank Bijleveld, Frans Timmermans, Jet Bussemaker, Sharon Dijksma en Frank Heemskerk.
Op 22 februari werden de nieuwe minsters en staatssecretarissen van het kabinet-Balkenende IV beëdigd.
Het regeerakkoord 'Samen werken, samen leven' omvat de afspraken gemaakt tussen regeringspartijen CDA, ChristenUnie en PvdA en vormde de basis voor het kabinet-Balkenende IV. Het regeerakkoord telde 53 pagina's. Centraal stond een focus op werken aan groei, duurzaamheid, respect en solidariteit.
De informateurs
In Friesland geboren maar in Groningen opgegroeide jurist en topambtenaar. CDA-lid. Begon als advocaat in Rotterdam en werd daarna ambtenaar op Binnenlandse Zaken. Was als adjunct-secretaris en lid betrokken bij twee staatscommissies die zich met staatkundige vernieuwing bezighielden. Op Algemene Zaken adviseur van Den Uyl, Van Agt en Lubbers en vooral onder die laatstgenoemde een ambtelijke spil bij het ondersteunen van de premier. Werd in 1994 lid van de Raad van State en bleef dat ruim tien jaar. Zat in 2006 de Nationale Conventie over bestuurlijke vernieuwing voor. Speelde in 2003 als informateur een belangrijke rol bij de vorming van het tweede kabinet-Balkenende. Bij de formatie van 2006/2007 speelde hij opnieuw een rol als informateur.
Boerenzoon uit Zeeuws-Vlaanderen en invloedrijk CDA'er, die na een loopbaan in het bankwezen voorzitter van de SER werd. Groot voorstander van de overlegeconomie. Begon als ambtenaar op Landbouw en was later secretaris van het Christelijk werkgeversverbond. Zat achttien jaar in de top van de Rabobank, maar was meer een wat voorzichtige bestuurder dan een ambitieuze financiële manager. Ambieerde echter geen politieke functies. Vanuit zijn boerenachtergrond begaan met het behoud van het landschap; voorzitter van Natuurmonumenten. Had een topfunctie bij de Wereldbank. Bij de formatie van het vierde kabinet-Balkenende betrokken als informateur.
De formateur
Zeeuwse CDA-politicus die negen jaar partijleider en acht jaar premier was. Afkomstig uit de wetenschap en partijideoloog, die eigen verantwoordelijkheid van burgers voorstond. Als Tweede Kamerlid financieel woordvoerder. Werd in 2001 onverwacht lijsttrekker van het CDA na de machtstrijd tussen De Hoop Scheffer en Van Rij. Leidde vanaf 2002 als premier kabinetten van wisselende samenstelling in een na de moord op Fortuyn politiek instabiele periode. Probeerde terugkeer van 'normen en waarden' op de politieke agenda te zetten. Nadat zijn tweede kabinet diverse hervormingen had doorgevoerd, was zijn vierde kabinet op dat punt minder daadkrachtig. Een bankencrisis werd wel bezworen. In zijn publieke optredens soms wat onhandig, maar niettemin - of juist daardoor - lange tijd populair en succesvol. De verkiezingen van 2010 verliepen voor zijn partij echter desastreus, waarna hij de politiek verliet. Sinds 2022 minister van staat.
De fractievoorzitters bij de onderhandelingen
Zeeuwse CDA-politicus die negen jaar partijleider en acht jaar premier was. Afkomstig uit de wetenschap en partijideoloog, die eigen verantwoordelijkheid van burgers voorstond. Als Tweede Kamerlid financieel woordvoerder. Werd in 2001 onverwacht lijsttrekker van het CDA na de machtstrijd tussen De Hoop Scheffer en Van Rij. Leidde vanaf 2002 als premier kabinetten van wisselende samenstelling in een na de moord op Fortuyn politiek instabiele periode. Probeerde terugkeer van 'normen en waarden' op de politieke agenda te zetten. Nadat zijn tweede kabinet diverse hervormingen had doorgevoerd, was zijn vierde kabinet op dat punt minder daadkrachtig. Een bankencrisis werd wel bezworen. In zijn publieke optredens soms wat onhandig, maar niettemin - of juist daardoor - lange tijd populair en succesvol. De verkiezingen van 2010 verliepen voor zijn partij echter desastreus, waarna hij de politiek verliet. Sinds 2022 minister van staat.
Uit het bedrijfsleven afkomstige partijleider van de PvdA in de jaren 2002-2010. Werkte na zijn studie economie en politicologie ruim negen jaar in binnen- en buitenland voor Shell. Werd daarna Tweede Kamerlid en spoedig staatssecretaris van Financiën. In 2002 de eerste direct gekozen lijsttrekker van de PvdA. Leidde in 2003 zijn partij naar electoraal herstel, maar zag onderhandelingen met het CDA mislukken. Na vier jaar oppositie in 2007 vicepremier en minister van Financiën. Oogstte waardering voor de wijze waarop hij de gevolgen van de internationale financiële crisis aanpakte. Niet lang na de breuk in het kabinet-Balkenende IV koos hij voor zijn jonge gezin en verliet hij de politiek. Goed debater, die echter soms aarzelde over de koers van zijn partij. Tegenstanders betichtten hem daarom wel van 'draaien'. Was bestuursvoorzitter van VU Medisch Centrum en is nu voorzitter van het bestuur van Menzis.
Voorman van de ChristenUnie, die zijn partij in 2007 in het kabinet-Balkenende IV tot regeringsdeelname bracht. Hijzelf was in dat kabinet minister voor Jeugd en Gezin en viceminister-president. Maakte zich sterk voor betere toegankelijkheid van gezinsondersteuning. Werd in november 2002 als jonge jurist politiek leider van zijn partij, na in 1994 voor de RPF Tweede Kamerlid te zijn geworden. Verwierf snel gezag als goed debater en vanwege zijn dossierkennis. Hij was voordien vijf jaar directeur van de Marnix van Sint Aldegonde Stichting, het wetenschappelijk bureau van de RPF. In 2010 was hij tevens acht maanden minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. In april 2011 verliet hij de politiek om voorzitter van Zorgverzekeraars Nederland te worden.
De secondanten
CDA-voorman, die het tot minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet-Balkenende IV en vicepremier in het kabinet-Rutte I bracht, maar die in 2012 afzag van het politiek leiderschap. Zoon van een Limburgse gedeputeerde. Als (jong) historicus werd hij fractiemedewerker en, in 1989, Europarlementariër, alvorens in 1994 de overstap te maken naar de CDA-Tweede Kamerfractie. Ontpopte zich als vaardig woordvoerder asielbeleid en buitenlandse en Europese zaken. Toen Balkenende in 2002 premier werd, nam hij het fractievoorzitterschap over. Als diens secondant schuwde hij harde uithalen naar tegenstanders niet ('Met Bos bent u de klos'). Genoot van het ministerschap van BZ, maar mede vanwege rugklachten werd hij in 2010 minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Stond bekend als emotioneel en slim en als strateeg. Vanaf 2013 was hij tien jaar voorzitter van Bouwend Nederland.
Vakbondsman uit Heerenveen, die ten tijde van het kabinet-Balkenende IV fractievoorzitter van de PvdA was. Was als secondant van Wouter Bos betrokken geweest bij de vorming van dat kabinet. Als voormalige bestuurder van de Algemene Onderwijsbond gold hij als een bekwaam en integer onderhandelaar, die zaken op scherp kon zetten. Als Tweede Kamerlid, wat hij in 2002 werd, hield hij zich onder meer bezig met onderwijs, economische zaken, arbeidsparticipatie en natuurbeheer. Verder was hij voorzitter van de vaste commissie voor Financiën. Aan zijn fractievoorzitterschap kwam al na een jaar een einde door gezondheidsproblemen. Een jaar later werd hij commissaris van de Koning(in) in Drenthe. Per 1 maart 2017 stapte hij op vanwege een aanbestedingsaffaire. Bevlogen politicus die zich tamelijk direct uitdrukte (hij werd omschreven als 'straatvechter'), maar die ook kon relativeren.
Arie Slob (1961) was van 26 oktober 2017 tot 10 januari 2022 minister voor Basis en Voortgezet Onderwijs en Media in het kabinet-Rutte III. Hij was van 14 februari 2001 tot 23 mei 2002 en van 19 november 2002 tot 2 december 2015 Tweede Kamerlid, aanvankelijk voor het GPV en na de fusie met de RPF voor de ChristenUnie. Van 14 mei 2011 tot 10 november 2015 was de heer Slob politiek leider van zijn partij en in 2007-2010 en 2011-2015 fractievoorzitter. Behalve met algemene politieke onderwerpen hield hij zich als Kamerlid bezig met onder andere onderwijs, binnenlands bestuur en financiën. De heer Slob was eerder projectleider bij een schoolbegeleidingsdienst en gemeenteraadslid in Zwolle. In 2016-2017 was hij directeur van het Historisch Centrum Overijssel in Zwolle.
De vaste adviseurs van de Koningin
Y.E.M.A. (Yvonne) Timmerman-Buck
Yvonne Timmerman (1956) was van 1 november 2009 tot 1 januari 2019 lid van de Raad van State. Van 8 juni 1999 tot 1 november 2009 was zij Eerste Kamerlid voor het CDA. In de periode 2001-2003 was zij fractievoorzitter en tussen 17 juni 2003 en 6 oktober 2009 voorzitter van de Eerste Kamer. Zij was de eerste vrouwelijke voorzitter van de Senaat. Mevrouw Timmerman was voordien ondervoorzitter van de Commissie Gelijke Behandeling. In de Eerste Kamer hield zij zich, voor zij fractievoorzitter werd, bezig met justitie en was zij voorzitter van de vaste commissie voor Justitie.
Liberaal Tweede Kamerlid, dat na twintig jaar te zijn opgetreden als buitenlandwoordvoerder van de VVD in mei 2002 tot Kamervoorzitter werd gekozen. Daaraan was een tot dan toe ongebruikelijke persoonlijke actie vooraf gegaan waarbij hij de kandidaat van zijn eigen fractie versloeg. Voor 1982 diplomaat en secretaris van de minister voor Ontwikkelingssamenwerking. Scherp debater die gehecht was aan parlementaire stijl en correct taalgebruik. Voelde zich zeer betrokken bij de ontwikkelingen in Suriname. Als voorzitter maakte hij zich sterk voor het burgerinitiatief, waarbij hij zelfs tegen de fractielijn inging. Verdediger van de politieke moraal en van het aanzien van de politiek. Stond bekend als een bekwame, charmante behartiger van zijn eigen publiciteit.
Politicus van PvdA-huize met veel gezag als topadviseur en kritisch beschouwer van politiek en bestuur. Topambtenaar ministerie van Algemene Zaken, die optrad als secretaris van achtereenvolgende kabinetsformateurs en jarenlang adviseur was van de minister-president. Regeringscommissaris reorganisatie rijksdienst. Hoogleraar bestuurswetenschappen. Als PvdA'er lid en voorzitter van de Eerste Kamer. Bepleitte een actievere rol voor de Eerste Kamer bij de bewaking van de kwaliteit van de wetgeving, ook Europees. Bijna vijftien jaar vicepresident Raad van State en in die positie de voornaamste adviseur van de koningin bij kabinetsformaties en zelf informateur in 1994, 1999, 2010, 2017 en opnieuw in 2021. Is sinds 2012 minister van staat.
Meer over