W. Rooseboom
Vooraanstaande militair die Tweede Kamerlid en Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië was. Was officier bij het wapen der genie en bij de Generale Staf en daarna docent tactiek aan de Krijgsschool. Publicist op defensiegebied. In 1884 werd hij voor het district Arnhem Tweede Kamerlid. Nadien directeur van de Hogere Krijgsschool en stellingcommandant, en in 1899 door minister Cremer benoemd tot Gouverneur-Generaal. Moest als militair de defensie van Indië verbeteren, maar dit lukte slechts ten dele. Was overigens niet erg bekend met Nederlands-Indië en slaagde er niet in het welvaartspeil in de kolonie te vergroten.
Liberalen, Liberale Unie
functie(s) in de periode 1884-1904: lid Tweede Kamer, Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië
Inhoudsopgave van deze pagina:
-
-docent KMA (Koninklijke Militaire Academie) te Breda, van 1 november 1875 tot november 1884
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 17 november 1884 tot 22 mei 1885 (voor het kiesdistrict Arnhem)
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 26 juni 1885 tot 18 mei 1886 (voor het kiesdistrict Arnhem)
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 14 juli 1886 tot 17 augustus 1887 (voor het kiesdistrict Arnhem)
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 19 september 1887 tot 27 maart 1888 (voor het kiesdistrict Arnhem)
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 1 mei 1888 tot 5 juli 1890 (voor het kiesdistrict Arnhem)
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 16 september 1890 tot 15 september 1891 (voor het kiesdistrict Arnhem)
-
-directeur tweede afdeling, Hogere Krijgsschool te 's-Gravenhage, van 1 oktober 1891 tot 1 mei 1894
-
-sous-chef van de Generale Staf, van 1 mei 1894 tot 1 september 1897
-
-commandant Stelling van Amsterdam en bevelhebber eerste militaire afdeling (Amsterdam), van 1 september 1897 tot juli 1899
-
-Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indië, van 3 oktober 1899 tot 1 oktober 1904 (benoemd bij K.B. van 30 mei 1899)
officiersrangen (4/8)
-
-luitenant-kolonel der genie b.d., van 1 augustus 1890 tot 31 maart 1894
-
-kolonel der genie, van 31 maart 1894 tot 1 mei 1897
-
-generaal-majoor der genie, van 1 mei 1897 tot 1 juli 1899
-
-luitenant-generaal b.d., vanaf 1 juli 1899
U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.
-
-voorzitter Staatscommissie reorganisatie van de zeemacht in Nederlands-Indië, van 3 augustus 1906 tot 22 mei 1908
-
-voorzitter College van Curatoren Nederlandsch-Indische bestuursacademie te Leiden, vanaf 1 april 1907
afgeleide functies, presidia etc.
voorzitter Commissie van Rapporteurs voor hoofdstuk VIII (Oorlog) 1891 (Tweede Kamer der Staten-Generaal)
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
-
-Sprak in de Tweede Kamer regelmatig over militaire zaken, marine-aangelegenheden en koloniën
-
-Nam in 1886 en 1887 actief deel aan de discussies over herziening van de Grondwet, met name wat hoofdstuk VIII (defensie) betrof
opvallend stemgedrag (0/2)
In de uitgebreide versie is een overzicht van opvallend stemgedrag opgenomen.
-
-Was de eerste militair in bijna zestig jaar die tot Gouverneur-Generaal werd benoemd
-
-Tijdens zijn bewind als Gouverneur-Generaal werden de stelling op de hoogvlakte van Bandoeng en de verdedigingswerken bij Batavia verbeterd. Een algehele reorganisatie van de Indische defensie slaagde echter niet.
-
-Nam ontslag, omdat zijn verhouding met minister Idenburg te wensen overliet en omdat hij in tegenstelling tot de minister via een militair optreden een einde wilde maken aan de op Bali (in het rijkje Tabanan) bestaande weduwenverbranding.
uit de privésfeer
-
-Zijn vader was gemeenteraadslid in Ede
verkiezingen (3/6)
-
-Werd in 1887 samen met Ph.W. van der Sleyden in de eerste stemmingsronde gekozen. Zij versloegen A. baron Schimmelpenninck van der Oye en R. Melvil baron van Lynden (beiden a.r.)
-
-Werd in 1888 gekozen in de districten Arnhem en Rotterdam en nam zitting voor Arnhem. Versloeg in Arnhem R. Melvil baron van Lynden (a.r.) en in het district Rotterdam onder anderen J.M. Voorhoeve (a.r.), J.C.M.F.H. Maschek (a.r.) en J.P.Th. van Nunen (r.k.).
-
-Was in 1891 geen kandidaat meer
pseudoniemen, bij-, koos- en schuilnamen
Henri Raloff (pseudoniem)
U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.
-
-C. Fasseur, "Rooseboom, Willem (1843-1920)", in: Biografisch Woordenboek van Nederland, deel I, 500
-
-Ned. Patriciaat, 1920, 1950
Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Biografisch Woordenboek van Nederland
Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.
Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:
In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.
Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.
De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.