Dr. A. (Abraham) Kuyper

foto Dr. A. (Abraham) Kuyper
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
bron: Fotoarchief Eerste Kamer

'Abraham de geweldige'. De grote voorman en stichter van de Anti-Revolutionaire Partij, de partij van de 'kleine luyden'. Krachtig organisator en goed spreker. Stichtte ook het dagblad De Standaard, de Vrije Universiteit en de Gereformeerde Kerk, nadat hij een afscheidingsbeweging (Doleantie) had geleid. Was predikant en werd in 1874 Tweede Kamerlid, maar verliet de Kamer al na drie jaar. Keerde in 1894 echter terug en werd voorzitter van de meer democratische antirevolutionairen. Leidde in 1901-1905 een coalitiekabinet, dat vooral in de herinnering bleef voortleven door het de kop in drukken van de Spoorwegstaking in 1903 en door de ontbinding van de Eerste Kamer in 1904. Kwam in 1908 in conflict met Heemskerk en in 1909 in opspraak door de zgn. lintjesaffaire, maar werd desondanks tot zijn dood door zijn achterban als de door God gegeven leider beschouwd.

Antirevolutionairen, ARP
functie(s) in de periode 1874-1920: lid Tweede Kamer, lid Eerste Kamer, minister, minister-president

Inhoudsopgave van deze pagina:


1.

Personalia

voornamen (roepnaam)
Abraham (Abraham)

geboorteplaats en -datum
Maassluis, 29 oktober 1837

overlijdensplaats en -datum
's-Gravenhage, 8 november 1920

2.

Partij/stroming

stroming(en)
Takkiaan, 1894

partij(en)
ARP (Anti-Revolutionaire Partij), vanaf 3 april 1879

3.

Hoofdfuncties/beroepen (16/20)

  • hoofdredacteur "De Standaard", antirevolutionair dagblad voor Nederland, van 1 april 1872 tot 9 november 1920
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 20 maart 1874 tot 1 juni 1877 (voor het kiesdistrict Gouda)
  • hoogleraar godgeleerdheid, Vrije Universiteit te Amsterdam, van 6 september 1879 tot augustus 1901
  • rector Vrije Universiteit te Amsterdam, van 20 oktober 1880 tot 20 oktober 1881
  • hoogleraar letteren, Vrije Universiteit te Amsterdam, van oktober 1881 tot augustus 1901
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 16 mei 1894 tot 1 augustus 1901 (voor het kiesdistrict Sliedrecht)
  • voorzitter antirevolutionaire ('Kuyperiaanse') Kamerclub, Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 20 mei 1894 tot 1 juli 1894
  • voorzitter ARP-Kamerclub, Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 16 september 1896 tot 1 augustus 1901
  • rector Vrije Universiteit te Amsterdam, van september 1898 tot september 1899
  • minister van Binnenlandse Zaken, van 1 augustus 1901 tot 16 augustus 1905 (benoemd per 31 juli 1901)
  • tijdelijk voorzitter van de ministerraad, van 2 augustus 1901 tot 1 november 1901
  • voorzitter van de ministerraad, van 1 november 1901 tot 16 augustus 1905 (tijdelijk voorzitterschap omgezet in een permanent voorzitterschap)
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 13 november 1908 tot 18 september 1912 (voor het kiesdistrict Ommen)
  • voorzitter ARP-Kamerclub, Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 13 november 1908 tot 18 september 1912
  • lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 16 september 1913 tot 27 juni 1917 (voor Zuid-Holland)
  • lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 18 september 1917 tot 22 september 1920 (voor Zuid-Holland)

ambtstitel
  • minister van staat, van 31 augustus 1908 tot 8 november 1920

takenpakket (bewindspersoon)
  • Was als minister van Binnenlandse Zaken ook belast met de wettelijke voorzieningen op het gebied van arbeid en landbouw

(in)formateurschap(pen)
  • kabinetsformateur, van 11 juli 1901 tot 30 juli 1901 (eindverslag gedateerd 25 juli 1901)

U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.

4.

Partijpolitieke functies

In de uitgebreide versie is een overzicht van partijpolitieke functies opgenomen.

5.

Nevenfuncties (2/7)

  • lid Staatscommissie inzake de Grondwetsherziening (Staatscommissie-Heemskerk), van 2 mei 1910 tot 15 mei 1912
  • voorzitter commissie ter voorbereiding van het Tweede Sociaal Congres, vanaf 17 maart 1914

afgeleide functies, presidia etc. (2/6)
  • lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van september 1910 tot mei 1911
  • lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van november 1911 tot februari 1912

comités van aanbeveling, erefuncties etc.
  • erevoorzitter Bond tegen Vaccinedwang, vanaf juni 1881
  • erevoorzitter Nederlandsche Journalistenkring, tot april 1905 (bedankte vanwege kritiek op commentaar op de Nederlandse pers tijdens de interpellatie-Van Kol)

U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.

6.

Opleiding

In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.

7.

Activiteiten

als parlementariër (3/7)
  • Interpelleerde in 1899 minister De Beaufort over het voornemen om in Den Haag een vredesconferentie te houden, waarvoor niet de Zuid-Afrikaanse republieken waren uitgenodigd
  • Had in 1900 een belangrijk aandeel in de behandeling van de ontwerp-Ongevallenwet
  • Onttrok zich in 1912 met drie andere ARP'ers aan de stemming over Talma's ontwerp-Bakkerswet

In de uitgebreide versie is een overzicht van opvallend stemgedrag opgenomen.


als bewindspersoon (beleidsmatig) (3/9)
  • Was eerstverantwoordelijke voor het besluit (KB van 19 juli 1904) tot ontbinding van de Eerste Kamer
  • Voerde door tussenkomst van Lord Reay (D. Mackay) in 1904 in Londen een geheime missie uit om het conflict tussen de Boerenrepublieken en Britten tot een einde te brengen
  • Diende in 1905 een wetsvoorstel in over verzekering van werklieden en hunne weduwen tegen invaliditeit en ouderdom. Dit voorstel werd door het kabinet-De Meester ingetrokken.

als bewindspersoon (wetgeving) (3/9)
  • Bracht in 1905 een wijziging van de Lager-Onderwijswet tot stand, waardoor de (minimum-)salarissen van alle scholen ten laste van het Rijk kwamen. Feitelijk betekende dit een subsidie van circa f 2 miljoen aan het bijzonder onderwijs.
  • Bracht in 1905 een wet tot stand inzake de pensioenen van leraren van gemeentelijke HBS'en en van Middelbare Meisjesscholen
  • Bracht in 1905 een wijziging van de Provinciewet tot stand, waardoor onder andere de bepaling dat geestelijken geen lid van PS of GS mochten worden, werd ingetrokken. Ook praktiserende advocaten mogen lid van GS worden. De jaarwedden van GS worden niet langer uit de Rijkskas, maar uit de provinciale kas betaald. De provincies kregen daarvoor een hogere uitkering.

U ziet een selectie van activiteiten. In de uitgebreide versie is het gehele overzicht van activiteiten in te zien.

8.

Wetenswaardigheden

algemeen (3/21)
  • Nam in 1912 om gezondheidsredenen ontslag als Tweede Kamerlid
  • Speelde in 1918 een belangrijke rol op de achtergrond bij de totstandkoming van het kabinet-Ruijs de Beerenbrouck
  • Stond bekend als pro-Duits, een houding die vooral was ingegeven door zijn afkeer van de Britse Zuid-Afrikapolitiek. In de jaren van de Eerste Wereldoorlog ging hij naar Duitsland op vakantie.

uit de privésfeer (3/14)
  • Miste in december 1904 als premier de eerste dag van de algemene beschouwingen, omdat hij op doktersadvies nog niet vanuit Brussel naar Den Haag mocht reizen
  • Leed aan toenemende doofheid en nam om die reden in 1912 ontslag als Kamerlid. Overlegde bij zijn ontslagbrief twee medische attesten.
  • Op 5 november 2008 werd in Maassluis een door Frank Letterie van hem vervaardigd standbeeld onthuld

anekdotes en citaten
  • Toen hij in 1874 lid van de Tweede Kamer was geworden, verhuisde hij in alle stilte naar Den Haag zonder zijn vele Amsterdamse vrienden daarvan op de hoogte te stellen. Hij had altijd iets geheimzinnigs.
  • Schreef in maart 1908 aan Idenburg over het verloop van de kabinetsformatie: "Na de wijze waarop ik in 1905 als een schelm ben weggejaagd, had ik in stilte gehoopt op een rehabilitatie. In plaats daarvan krijg ik nu een duw te meer naar onder."
  • Erkende op 18 november 1909 in de Tweede Kamer dat hij als minister bij de toekenning van onderscheidingen voorzichtiger had moeten zijn en zei toen: "het boetekleed ontsiert den man niet"

verkiezingen (3/9)
  • Werd in oktober 1908 bij tussentijdse verkiezingen gekozen in de districten Ommen en Sneek en nam zitting voor het district Ommen. Versloeg in het district Ommen Th.H. de Meester (l.u.) en was in het district Sneek de enige kandidaat.
  • Versloeg in 1909 in het district Ommen H.W. Teesselink (l.u.). Werd in het district Dordrecht na herstemming verslagen door P.J. de Kanter (l.u.).
  • Werd in 1913 bij de periodieke verkiezing van Eerste Kamerleden in Provinciale Staten van Zuid-Holland met 43 van de 74 stemmen gekozen. Op A. Plate (lib.) werden 27 stemmen uitgebracht.

niet-aanvaarde politieke functies
  • lid Tweede Kamer, augustus 1901 (in verband met zijn benoeming tot minister)

pseudoniemen, bij-, koos- en schuilnamen
  • "Abraham de Geweldige"
  • "De klokkenluider van de kleine luyden"
  • "Minister voor buitenlandse reizen" (vanwege zijn volgens zijn criticasters te grote bemoeienis met het buitenlandse beleid)

U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.

9.

Publicaties van/over

literatuur/documentatie (6/25)
  • J. de Bruijn "De sabel van Colijn. Biografische opstellen over religie en politiek in Nederland" (diverse hoofdstukken, 2011)
  • James D. Bratt, "Abraham Kuyper. Modern Calvinist, Chistian Democrat" (2013)
  • G. Harinck, "Aan het roer staat het hart. De reis om de oude wereldzee in het voetspoor van Abraham Kuyper" (2015)
  • J. Snel, "De zeven levens van Abraham Kuyper. Portret van een ongrijpbaar staatsman" (2020)
  • J. Snel, "Abraham Kuyper, een leven in de journalistiek (Een alternatieve biografie)" (2023)
  • "Dagboeken en aantekeningen van Willem Hendrik de Beaufort 1874-1918", uitgegeven door J.P. de Valk en M. van Faassen, RGP kleine serie 74, band 2 (1993), p. 1018

Biografisch Woordenboek(en)
  • biografie opgenomen in het Biografisch Woordenboek van Nederland
  • biografie opgenomen in Biografisch Lexicon voor de geschiedenis van het Nederlands Protestantisme
  • biografie opgenomen in het Biografisch Woordenboek van het Socialisme en de Arbeidersbeweging in Nederland

publicaties over en van letterkundigen
gegevens uit de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren

In de uitgebreide versie is een overzicht van publicaties opgenomen.

10.

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

11.

Uitgebreide versie

Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.


Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.

De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.