Dr. I.A. (Isaäc) Diepenhorst
Kleine, parmantige hoogleraar, senator, minister van Onderwijs en Wetenschappen en Tweede Kamerlid uit een bekende antirevolutionaire familie. Zoon van een Tweede Kamerlid en neef van een Eerste Kamerlid. Verhief spreken tot een kunst en wist de prachtigste zinnen met zijn sonore, enigszins gedragen stemgeluid uit te spreken. Kreeg bekendheid door radio- en tv-rubrieken bij de NCRV. In 1965 minister in het kabinet-Cals en daarna in het interimkabinet-Zijlstra. Was na zijn ministerschap vier jaar Tweede Kamerlid voor de ARP en keerde daarna terug naar de Eerste Kamer, vanaf 1977 als CDA'er. Erudiete wetenschapper met een verfijnde humor.
ARP, CDA
functie(s) in de periode 1952-1981: lid Tweede Kamer, lid Eerste Kamer, minister
Inhoudsopgave van deze pagina:
-
-assistent van prof.mr. V.H. Rutgers, hoogleraar Romeins recht en strafrecht, Vrije Universiteit, van 1940 tot 1945 (verzorgde vanaf 1943 colleges en nam tentamens af)
-
-hoogleraar strafrecht en strafprocesrecht, Vrije Universiteit te Amsterdam, van 10 oktober 1945 tot 14 april 1965
-
-lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 15 juli 1952 tot 14 april 1965 (in 1955 opnieuw lid per 27 september)
-
-rector magnificus Vrije Universiteit te Amsterdam, van 21 september 1960 tot 20 september 1961
-
-minister van Onderwijs en Wetenschappen, van 14 april 1965 tot 5 april 1967
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 23 februari 1967 tot 10 mei 1971
-
-buitengewoon hoogleraar algemene staatsleer en parlementaire geschiedenis, Vrije Universiteit te Amsterdam, van 23 februari 1967 tot 28 september 1984
-
-lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 11 mei 1971 tot 17 september 1974
-
-rector magnificus Vrije Universiteit te Amsterdam, van 1 september 1972 tot 1 september 1976
-
-lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 29 oktober 1974 tot 10 juni 1981 (in 1980 opnieuw lid per 14 oktober)
-
-mede-eigenaar familiebedrijf (lingeriewinkels)
-
-voorzitter Stichting Vrienden van de Portugees Israëlitische Synagoge
afgeleide functies, presidia etc. (2/9)
-
-voorzitter bijzondere commissie voor het wetsontwerp wijziging van de Wet Medisch Tuchtrecht (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 11 februari 1969 tot 10 mei 1971
-
-plaatsvervangend voorzitter vaste commissie voor Maatschappelijk Werk (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van 25 mei 1971 tot 20 september 1977
comités van aanbeveling, erefuncties etc.
beschermheer oratorische vereniging P.A.L.L.A.S.
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
-
-Was in 1953 woordvoerder van zijn fractie bij de behandeling van de ontwerp-Zondagswet
-
-Was woordvoerder justitie, hoger onderwijs en wetenschapsbeleid van de ARP-Tweede Kamerfractie. Voerde in 1969 het woord bij het interpellatiedebat over de bezetting van het Maagdenhuis en was in hetzelfde jaar woordvoerder bij het debat over de zgn. Excessennota over mogelijke misdragingen van Nederlandse militairen in Nederlands-Indië.
-
-Was in de periode 1971-1981 woordvoerder justitie van de CDA-Eerste Kamerfractie. Hield zich ook bezig met hoger en wetenschappelijk onderwijs en maatschappelijk werk.
opvallend stemgedrag (0/16)
In de uitgebreide versie is een overzicht van opvallend stemgedrag opgenomen.
als bewindspersoon (beleidsmatig) (3/4)
-
-Op 7 juli 1966 verwierp de Tweede Kamer met 80 tegen 49 stemmen het door hem verdedigde wetsvoorstel tot instelling van een numerus clausus voor studenten geneeskunde en tandheelkunde. Vanwege de sterke stijging van het aantal medische studenten moest selectie mogelijk worden op basis van eindexamencijfers. Kwam daarna met een noodwetje. (8.508)
-
-Diende in 1966 samen met staatssecretaris Grosheide de ontwerp-Overgangswet Voortgezet Onderwijs over invoering van de Mammoetwet in. Dit voorstel werd door zijn opvolger Veringa in het Staatsblad gebracht. (8.453)
-
-Stelde in 1966 een commissie-Van Walsum in die advies moest uitbrengen over de oprichting en vestigingsplaats van een achtste medische faculteit
als bewindspersoon (wetgeving)
-
-Bracht in 1966 de Wet instelling van een Raad van Advies voor het Wetenschapsbeleid (Stb. 227) tot stand. Deze raad adviseert de regering over beleidsvraagstukken op het gehele terrein van de wetenschapsbeoefening. (8.355)
-
-Bracht in 1966 een wet (Stb. 267) Bijzondere voorziening van tijdelijke aard m.b.t. de vestiging te Rotterdam van een rijksinstelling van wetenschappelijk onderwijs, omvattende de faculteit der geneeskunde tot stand. Hierdoor komt er in Rotterdam, vanwege de stijging van het aantal studenten, een zevende medische faculteit. Met de bestaande faculteiten in de economie, rechten en sociologie wordt tevens de basis gelegd voor de omvorming van de Nederlandse Economische Hogeschool naar een universiteit. (8.490)
U ziet een selectie van activiteiten. In de uitgebreide versie is het gehele overzicht van activiteiten in te zien.
-
-Was in oktober 1960 medeondertekenaar van een open brief, waarin dertig gereformeerden opriepen tot 'verootmoediging' (verzoening met Indonesië)
uit de privésfeer
-
-Promoveerde bij prof. A. Anema, zijn latere fractiegenoot
-
-Statige betoogtrant, doorspekt met archaïsmen, citaten en grapjes; sprak zijn lange, ingewikkelde zinnen zonder moeite uit met een kenmerkend stemgeluid met rollende 'r's en galmende domineesstem
-
-Zijn broer, A.I. Diepenhorst, was hoogleraar bedrijfshuishoudkunde in Rotterdam (1962-1984). Hij overleed enkele weken vóór zijn oudere broer I.A.
anekdotes en citaten (3/4)
-
-Wees in de zomer van 1966 als waarnemend minister van Buitenlandse Zaken de Chinese zaakgelastigde uit, nadat in de ambassade het lijk van een (onder verdachte omstandigheden gestorven) Chinees was verborgen. Via de telefoon had Luns hem vanuit Togo gemeld over de zaakgelastigde: 'Je moet hem nooit laten gaan'. Door de slechte telefoonverbinding had Diepenhorst verstaan 'Je moet hem maar laten gaan'.
-
-In de krappe behuizing aan het Binnenhof hadden de meeste Tweede Kamerleden geen eigen kamer. Hij installeerde zich echter direct in één van de ruimtes van de ARP-fractie, om die vervolgens als zijn 'kantoor' te gebruiken
-
-In zijn overlijdensadvertentie stond de tekst: "De prettige omgang met velen, het mij soms geschonken vertrouwen en in het bijzonder de hartelijkheid van hen die mij na stonden, heb ik ten zeerste gewaardeerd."
verkiezingen
-
-Werd in 1952, 1955, 1956 en 1963 en in 1971, 1974 en 1980 tot Eerste Kamerlid gekozen door Groep I: Noord-Brabant, Zeeland, Utrecht en Limburg
niet-aanvaarde politieke functies
-
-minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, juli 1963
U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.
-
-F. van der Molen, "Wie is Wie in de Tweede Kamer?" (1970)
-
-Frank Vermeulen, "Met emeritaat", NRC Handelsblad, 13 oktober 1987
-
-Hans Goslinga, "Rethorisch met libertair trekje. In memoriam I.A. Diepenhorst 1916-2004", Trouw, 23 augustus 2004
-
-J.M. Bik, "Marathonspreker. I.A. Diepenhorst (1916-2004)", NRC Handelsblad, 23 augustus 2004
-
-W. Aantjes, "I.A. Diepenhorst (1916-2004), politicus sui generis", in: Jaarboek Parlementaire Geschiedenis 2005, 132
-
-Ned. Patriciaat, 1962
Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Biografisch Woordenboek van Nederland
In de uitgebreide versie is een overzicht van publicaties opgenomen.
Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.
Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:
In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.
Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.
De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.