Dr. J.P. (Jan) Pronk
Bevlogen en vaak emotioneel betrokken PvdA-politicus, die gold als exponent van de linkervleugel van zijn partij. Zeer begaan met de problematiek van armoede in de wereld en deskundig op het gebied van de ontwikkelingssamenwerking. Vooral tijdens het kabinet-Den Uyl mikpunt van kritiek van behoudend Nederland vanwege de steun aan de bevrijdingsbewegingen in Afrika en aan Cuba. Na een periode in de Kamer en een functie bij de UNCTAD keerde hij terug in Den Haag. Als medeauteur van het rapport 'Schuivende Panelen' droeg hij bij aan een koerswijziging van de PvdA. Werd in 1989 wederom minister van Ontwikkelingssamenwerking. In het tweede kabinet-Kok minister van VROM. Kreeg veel waardering als voorzitter van de Wereldmilieuconferentie. Werd in 2001 gepasseerd voor de post van Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen.
PvdA
functie(s) in de periode 1971-2002: lid Tweede Kamer, minister, lid Europees Parlement (vóór 1979)
Inhoudsopgave van deze pagina:
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 11 mei 1971 tot 11 mei 1973
-
-minister zonder portefeuille, minister voor ontwikkelingssamenwerking, van 11 mei 1973 tot 19 december 1977
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 8 juni 1977 tot 8 september 1977
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 16 januari 1978 tot 18 augustus 1980
-
-adjunct-secretaris-generaal UNCTAD (United Nations Conference on Trade and Development), van 1 augustus 1980 tot 1 juni 1986
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 3 juni 1986 tot 7 november 1989
-
-bijzonder hoogleraar ontwikkelingen in het democratisch-socialisme, in relatie tot wetenschap en samenleving (Den Uyl-leerstoel), Universiteit van Amsterdam, van 1 september 1989 tot 16 november 1989 (vanwege de Wiardi Beckman Stichting)
-
-minister zonder portefeuille, minister voor ontwikkelingssamenwerking, van 7 november 1989 tot 3 augustus 1998
-
-minister van Defensie ad interim, van 6 februari 1991 tot 3 maart 1991 (tijdens ziekte van minister Ter Beek)
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 18 mei 1994 tot 22 augustus 1994
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 19 mei 1998 tot 3 augustus 1998
-
-minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van 3 augustus 1998 tot 22 juli 2002
-
-speciaal VN-gezant voor duurzame ontwikkeling en adviseur van secretaris-generaal Kofi Annan, van oktober 2001 tot 2003
-
-hoogleraar theorie en praktijk van internationale ontwikkeling, ISS (Institute of Social Studies) te 's-Gravenhage, van 1 januari 2003 tot 1 juli 2010
-
-speciaal VN-gezant in Soedan, van juli 2004 tot december 2006
U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.
-
-associate fellow Centre International Conflict Analysis and Management (CICAM), Radboud Universiteit Nijmegen, vanaf 2013
-
-docent Amsterdam University College te Amsterdam, vanaf 2013
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
afgeleide functies, presidia etc. (2/4)
-
-lid Ontwikkelingscomité Wereldbank, van 1973 tot 1977 (als minister van ontwikkelingssamenwerking)
-
-voorzitter vaste commissie voor Economische Zaken (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 3 september 1987 tot 7 november 1989
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
-
-Interpelleerde op 6 april 1978 minister De Koning over diens beslissing over het jaarlijkse pakket van projecten in het kader van de Nationale Commissie Ontwikkelingsstrategie
-
-Hield zich in de periode 1978-1980 als Kamerlid vooral bezig met ontwikkelingssamenwerking
-
-Was in 1987 woordvoerder van zijn fractie bij de behandeling van het rapport van de subcommissie visquotering. Diende daarbij een motie in waarin het door de minister gevoerde beleid werd betreurd.
opvallend stemgedrag (0/3)
In de uitgebreide versie is een overzicht van opvallend stemgedrag opgenomen.
als bewindspersoon (beleidsmatig) (3/22)
-
-Bracht in 2001 het vierde Nationaal Milieubeleidsplan (NMP4) uit. Uitgangspunt daarvan is een omvorming in dertig jaar naar een duurzaam functionerende samenleving. Problemen die daarbij onder meer aandacht moeten krijgen zijn: verlies aan biodiversiteit door verdroging en verzuring en het gebruik van bestrijdingsmiddelen, klimaatverandering, uitputting van natuurlijke hulpbronnen, externe veiligheid door luchtvaart en vervoer van gevaarlijke stoffen, en afnemende kwaliteit van de leefomgeving. Deze problemen moeten worden aangepakt door drie zgn. transities: overgang naar een duurzame energiehuishouding, overgang naar duurzaam gebruik van biodiversiteit en natuurlijke hulpbronnen en overgang naar duurzame landbouw. Om dit te bereiken zullen heffingen en subsidies worden ingevoerd en moeten internationale afspraken worden gemaakt. (27.801)
-
-Wist als voorzitter van de vervolg-Klimaatconferentie in Bonn, juli 2001, een akkoord te bereiken over de uitwerking van het Verdrag van Kyoto over de mondiale aanpak van het broeikasprobleem. De verdragslanden, uitgezonderd de Verenigde Staten, besloten tot het invoeren van een nalevingsregime. Elementen daarvan zijn: maatregelen ter ondersteuning van ontwikkelingslanden, binnenlandse inspanningen om emissiereducties te bereiken en het toestaan van de mogelijkheid van het vastleggen van koolstof door bosbeheersactiviteiten (de zgn. sinks). Er komen sancties voor landen die de doelstellingen niet halen. Na het bereiken van het akkoord kreeg hij een staande ovatie van de deelnemers aan de conferentie.
-
-Bracht in 2002 met de ministers Jorritsma, Brinkhorst, Borst en Hermans de Integrale Nota Biotechnologie uit (27.428)
als bewindspersoon (wetgeving) (3/12)
-
-Bracht in 2002 de rijkswet Goedkeuring van het op 11 december 1997 te Kyoto totstandgekomen Protocol het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering tot stand (27.089)
-
-Bracht in 2002 samen met minister Brinkhorst de Wet stankemissie veehouderijen in landbouwontwikkelingsgebieden (Stb. 319) tot stand. Hierdoor werd stankhinder van veehouderijen in bepaalde gebieden aan vergunningen gebonden. De wet werd in 2006 vervangen door de Wet geurhinder en veehouderij. (27.835)
-
-Bracht in 2002 samen met minister Borst en staatssecretaris Faber een wijziging (Stb. 461) van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 tot stand ter implementatie van de biocidenrichtlijn. De richtlijn harmoniseert de procedures rond het op de markt brengen van biociden (niet-landbouwbestrijdingsmiddelen, zoals desinfecteermiddelen, verduurzamingsmiddelen, beschermingsmiddelen en middelen tegen ongedierte in de woonomgeving). (27.085)
U ziet een selectie van activiteiten. In de uitgebreide versie is het gehele overzicht van activiteiten in te zien.
-
-Maakte na de enorme verkiezingsnederlaag van de PvdA in mei 2002 bekend zijn zetel niet in te nemen om zodoende ruimte te geven aan 'nieuwe mensen'
-
-Werd in 2007 bij de strijd om het voorzitterschap van de PvdA verslagen door Lilianne Ploumen
-
-Verliet op 28 mei 2013 de PvdA omdat hij vond dat uit compromissen bij de formatie ten aanzien van de ontwikkelingssamenwerking en het vreemdelingenbeleid bleek dat sociaaldemocratische beginselen waren losgelaten. Hij lichtte dit op 29 mei toe in een ingezonden artikel in NRC Handelsblad.
uit de privésfeer
-
-Was tijdens zijn studie reisleider
anekdotes en citaten
-
-In de beginperiode van het kabinet-Den Uyl had hij tijdens kabinetsvergaderingen 'Keerpunt 72', het verkiezingsprogramma van de progressieve drie, steeds onder hand bereik
-
-Tijdens vergaderingen van het kabinet-Den Uyl viel hij regelmatig in slaap (mede ten gevolge van buitenlandse reizen)
verkiezingen
-
-Werd in 1986 en 1989 via de Limburgse kandidatenlijst van de PvdA tot Tweede Kamerlid gekozen
niet-aanvaarde politieke functies
-
-adjunct-secretaris-generaal Verenigde Naties, december 1993 (geweigerd)
-
-lid Tweede Kamer, mei 2002
U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.
Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.
Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:
In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.
Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.
De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.